vervolg van; ....Met zijn ik geïdentificeerd is de mens van de wereld afhankelijk....
Hij is op de wereld aangewezen.
Zijn wereldlijke kracht is in zijn ontstaan en functioneren van alle kanten beperkt en daardoor is ook zijn levensbewustzijn en zijn levensmogelijkheid van de wereld afhankelijk.
Daarom is hij makkelijk omver te gooien, overgevoelig, licht geraakt en steeds op zijn veiligheid bedacht.
Hij wordt heen en weer geslingerd tussen geslotenheid en zich prijsgeven, krampachtigheid en zich laten gaan.
Afwisselend houdt hij zich op en zakt in elkaar.
Nooit staat hij stevig in zijn lood. Het houvast van een onomstotelijk Midden ontbreekt hem.
Is de mens in wezen verankerd, dan geeft dit gevestigd zijn in het 'Midden' hem een onomstotelijke zekerheid, een gelatenheid die niet van de wereld afhankelijk is, een bepaalde gerichtheid en beslistheid die aan geen twijfel onderhevig is en onafhankelijk van wereldse omstandigheden.
Daarom betekent in persoonlijke zin 'in het Midden zijn', dat de mens present is op een wijze, waarin hij bij alle wisselvalligheden van het leven, kracht, zin en richting put uit een zich bewegen om de opdracht vanuit zijn wezen die niet misverstaan kan worden.
Wordt vervolgd..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
walterkas811@gmail.com